maandag 18 mei 2015

De middeleeuwen rond de Noordzee: alles behalve duister

Onze geschiedenis wordt vaak verteld vanuit een mediterraan perspectief. De bakermat van Europa ligt in het antieke Griekenland en in Rome: men heeft het ons ingeprent. Dat is uiteraard tot op zekere, zelfs vrij grote hoogte zo, maar de geschiedenis hield niet op toen Rome viel. Integendeel, de duizend jaar die erop volgden waren geen duistere middeleeuwen in onze gewesten.


Michael Pye neemt die draad op en beschrijft in Aan de rand van de wereld, hoe de Noordzee ons vormde, de geschiedenis van de landen rond de Noordzee tussen de val van het Romeinse rijk en de renaissance en tekent hoe de volkeren rond deze zee de eerste grote stappen zetten in de richting van ons hedendaagse monetair systeem, een rechtvaardige justitie, de moderne wetenschap, een opener visie op liefde en seksualiteit.
Hij doet dat bovendien weergaloos, op een zeldzaam boeiende manier.

En, we hebben als lezer aanknopingspunten.
Veel aanknopingspunten, want de plaatsen die beschreven worden zijn vaak dicht bij huis gesitueerd.
Zo begint het boek in Domburg, waar het water Vikinggraven blootlegde en de resten van de tempel voor de Gallische godin Nehalennia verzwolg. Onlangs was ik nog met het gezin in Domburg en de desbetreffende passages in het boek las ik met een enorme belangstelling, in sneltreinvaart.

Reconstructie van de Nehallenniatempel in Colijnsplaat
en van de middeleeuwse vissershuisjes in Walraversijde.
Laat ik even citeren, dan begrijpt u meteen wat ik bedoel. 'De eerste dagen van januari 1647 ranselden harde winden de duinen en zweepten de golven op. Zand werd meegevoerd en er werd iets zichtbaar dat daar niets te zoeken had: steen.' Dit citaat betreft de blootlegging van de tempel van Nehallenia.
Of nog, over de Vikinggraven: 'Drie jaar later was er een zo hevige storm dat er 's morgens lijken op het strand lagen: zeer oude skeletten, in doodskisten van centimeters dik hout (...) Bij één skelet was een drinkbeker op de borst geplaatst, een ander droeg een zilveren dolk langs de zij. (...) Maar de doden bleven terugkomen. Het grafveld kwam opnieuw bloot te liggen in 1749 en 1817, twintig ruwe, wormstekige doodskisten, bijeengehouden door houten pennen in plaats van spijkers, en opgesloten in het zand onder het gewicht van de oude duinen.'
Na Domburg is - ik meld dit even terloops - Walraversijde aan de beurt, het verdwenen middeleeuwse vissersdorp in de buurt van Oostende, op amper een uurtje rijden van waar ik woon. Er werden enkele vissershuisjes gereconstrueerd, het dorp van weleer werd archeologisch onderzocht en de belangrijkste vondsten kregen onderdak in een museum. (info: www.raversyde.be). De historische site is overigens een bezoek meer dan waard. Pye, verteller pur sang, gebruikt vaak die archeologie om haarfijn uit de doeken te doen hoe alle mogelijke facetten van de middeleeuwse samenleving evolueerden. 

Michael Pye heeft het uitgebreid over de opkomst van het wetenschappelijk denken, één van mijn stokpaardjes. 'Was het wetenschappelijke, het logische, het vermogen om een abstracte verhouding te beschouwen als iets reëels, niet eenvoudigweg de nieuwe verschijningsvorm van iets wat allang deel uitmaakte van ieders dagelijks leven in het gebied rondom de Noordzee', vraagt hij zich af. Hij verwijst daarbij naar de Friese kooplui die manieren kenden om ideeën over prijzen en waarden op papier te zetten. De Friezen hadden bovendien munten die een abstracte grootheid vertegenwoordigden en niet de marktwaarde van het metaal dat ze bevatten. Ze berekenden de inhoud van hun schepen,...


Experiment

En passant maken we kennis met Adelard van Bath, die antieke en Arabische wetenschappelijke teksten herintroduceerde, en met Robert Grosseteste, samen met Adelard een prille voorvechter van de experimentele methode. Grosseteste (1175-1253) was zich, aldus Pye, overigens al bewust van het feit dat het falsifiëren van een theorie even belangrijk kon zijn als het bewijzen ervan. Op die manier brak hij een lans voor de moderne wetenschap. Veel van zijn opvattingen hadden zelfs in Newtons tijd nog invloed.

Pye toont in alles wat hij schrijft dat hij een alomvattend historicus is. In al de details die de archeologie, al die materiële resten, en de geschreven bronnen - zowel ambtelijke documenten als legenden - ons nalieten slaagt hij erin het totale plaatje te zien en dingen op een logische manier te verbinden die vaak onverbonden bleven.
Dat is weinigen gegeven. (gva)

Michael Pye, Aan de rand van de wereld, hoe de Noordzee ons vormde; De Bezige Bij Antwerpen; 2013, 430 p.

dinsdag 24 maart 2015

Giovanni: 'Berlioz, componist-satiricus'

Op een dag ontmoette ik een van onze meest vooraanstaande pianist-componisten, die teleurgesteld terugkeerde uit een havenstad waar hij had gehoopt te kunnen optreden. 'Ik heb geen mogelijkheid gezien om er een concert te geven', zei hij me in alle ernst, 'de haring was net binnengehaald, en de hele stad dacht alleen maar aan die kostelijke lekkernij!'
Het voorgaande is een kort fragment uit Hector Berlioz' boek Avonden met het orkest. Het citaat staat te lezen op pagina 65 (van de 512) en de schalkse, soms bijtende, toon is dan al een tijdje gezet. Berlioz, componist, maar ook muziekcriticus voor o.a. Le Correspondant, Revue et Gazette musicale de Paris en Journal des débats bundelt in de jaren '50 van de negentiende eeuw zijn meest markante stukken tot een boek. Daarin schrijft hij scherp als een vlijm en fileert hij het Franse muziekleven tot op het bot. Dat hij er een pak vrienden in de muziekwereld door verloor staat buiten kijf.

Raamvertelling
De manier waarop de helmboswuivende Hector deze raamvertelling opvat is veelzeggend. De reeks verhalen, anekdotes, schotschriften en liefdesgeschiedenissen worden verteld door musici in de orkestbak van een operagebouw. Niet tijdens een repetitie, of een pauze. Nee, tijdens de opvoering van een minderwaardige opera. Een deel van de muzikanten vindt het niet eens de moeite om hun partij te spelen en parlevinkt onder elkaar. Dit kader geeft Berlioz de gelegenheid om, vaak zichzelf opvoerend als één van zijn alter ego's, de banale commerciële opera de mantel uit te vegen. Hij doet dat met enorm veel humor, satire en verontwaardiging en spaart daarbij zichzelf niet. Uit alles blijkt enorm veel liefde en hartstocht voor de goede muziek die, aldus Berlioz, in het Frankrijk van de negentiende eeuw het onderspit moet delven.

Het boek werd in 2006 uitgegeven bij Uitgeverij Atlas en is - voor zover ik kon nagaan - niet meer beschikbaar. Naar de betere bibliotheek, dus !

dinsdag 24 februari 2015

Giovanni: Ontdekkingen van de dag


|boek|

Eric-Emmanuel Schmitt, Beethoven is dood terwijl er zoveel idioten leven, Uitgeverij Atlas, 2011
[De essentie van Beethovens muziek, mooi en zeldzaam treffend geschetst]



|cd|

Enrike Solinis & Euskal Barrokensemble, Colores del sur, Glossa Platinum, 2013
[Spaanse barokdansen met flamenco-infuus]

maandag 2 februari 2015

Giovanni: 'Mozarts Requiem refereert, aldus Louis Devos, naar Gossec'

Een tweet van journalist Rik Van Cauwelaert trok onmiddellijk mijn aandacht, vorige week. Naar aanleiding van het overlijden van tenor en dirigent Louis Devos tweette Van Cauwelaert dat Devos in het Requiem van Mozart referenties had ontdekt naar de 31 jaar eerder gecomponeerde Grande Messe des Morts van onze landgenoot* François-Joseph Gossec.

Ik heb onmiddellijk de opname** die Louis Devos van het werk maakte besteld. Want eerlijk, ik vond het een gewaagde stelling. Ik kende Gossec - zoals velen waarschijnlijk - voornamelijk van zijn Gavotte. En van zijn symfonieën. 

Deze dodenmis laat een totaal andere Gossec horen, een Gossec die heel diep graaft. En ja, tijdens de beluistering vielen de gelijkenissen met het Requiem van Mozart, dat 31 jaar later werd gecomponeerd, meteen op, vooral in het indrukwekkende Tuba mirum


Er zijn, behalve de muzikale gelijkenissen, ook veel historische aanwijzingen waaruit blijkt dat Mozart Gossec persoonlijk kende en dus ook met zijn muziek heeft kennis gemaakt. 


Louis Devos schreef er een artikel over dat online te lezen is op de website Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren'Messe des Morts' van François-Joseph Gossec model voor Mozarts Requiem.


*Gossec werd geboren in Vergnies, nu in de Belgische provincie Henegouwen. In het jaar van zijn geboorte lag het dorp in de enclave van Barbençon en behoorde tot Frankrijk.

**F.-J. Gossec, Requiem; Louis Devos, Musica Polyphonica; Warner Apex