dinsdag 24 maart 2015

Giovanni: 'Berlioz, componist-satiricus'

Op een dag ontmoette ik een van onze meest vooraanstaande pianist-componisten, die teleurgesteld terugkeerde uit een havenstad waar hij had gehoopt te kunnen optreden. 'Ik heb geen mogelijkheid gezien om er een concert te geven', zei hij me in alle ernst, 'de haring was net binnengehaald, en de hele stad dacht alleen maar aan die kostelijke lekkernij!'
Het voorgaande is een kort fragment uit Hector Berlioz' boek Avonden met het orkest. Het citaat staat te lezen op pagina 65 (van de 512) en de schalkse, soms bijtende, toon is dan al een tijdje gezet. Berlioz, componist, maar ook muziekcriticus voor o.a. Le Correspondant, Revue et Gazette musicale de Paris en Journal des débats bundelt in de jaren '50 van de negentiende eeuw zijn meest markante stukken tot een boek. Daarin schrijft hij scherp als een vlijm en fileert hij het Franse muziekleven tot op het bot. Dat hij er een pak vrienden in de muziekwereld door verloor staat buiten kijf.

Raamvertelling
De manier waarop de helmboswuivende Hector deze raamvertelling opvat is veelzeggend. De reeks verhalen, anekdotes, schotschriften en liefdesgeschiedenissen worden verteld door musici in de orkestbak van een operagebouw. Niet tijdens een repetitie, of een pauze. Nee, tijdens de opvoering van een minderwaardige opera. Een deel van de muzikanten vindt het niet eens de moeite om hun partij te spelen en parlevinkt onder elkaar. Dit kader geeft Berlioz de gelegenheid om, vaak zichzelf opvoerend als één van zijn alter ego's, de banale commerciële opera de mantel uit te vegen. Hij doet dat met enorm veel humor, satire en verontwaardiging en spaart daarbij zichzelf niet. Uit alles blijkt enorm veel liefde en hartstocht voor de goede muziek die, aldus Berlioz, in het Frankrijk van de negentiende eeuw het onderspit moet delven.

Het boek werd in 2006 uitgegeven bij Uitgeverij Atlas en is - voor zover ik kon nagaan - niet meer beschikbaar. Naar de betere bibliotheek, dus !