vrijdag 29 maart 2019

Uit de kast (9): 'Zalven en slaan'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Astor Piazzolla & Gary Burton,
The new tango, recorded at the Montreux Festival


Deze cd past nog net binnen dit format. Ik zet hem af en toe op, maar nu is het wel een tijdje geleden. Wellicht omdat mijn ultieme Piazzolla-cd, 57 minutos con la realidad, een van zijn allerlaatste opnames met zijn sextet, wel heel vaak in de speler belandt. 

The new tango werd live opgenomen tijdens het festival van Montreux in 1986, een opvallende samenwerking tussen Astor Piazzola, zijn kwintet en de Amerikaanse jazz-vibrafonist Gary Burton. Het vuurwerk spat van de plaat. In Milonga is coming en Laura's dream gaat het er nog bijzonder lieflijk aan toe, maar in Vibraphonissimo, Nuevo Tango, Operation tango en La muerte del Angel hakt de tango er behoorlijk in: striemend, hoekig, rauw, vaak fugatisch,... Zalven en slaan, dus. Virtuositeit op zich is zelden interessant, maar wat de beide heren respectievelijk uit hun instrumenten persen en kloppen, is ronduit groots. De interactie tussen beiden is dat ook. Bovendien is het virtuositeit ten dienste van. Ten dienste van de muziek in de eerste plaats, maar ook van het spelplezier.
'Een stijl uitleggen is niet nodig', vond Piazzolla over zijn Tango Nuevo. 'Je voelt het of je voelt het niet.' Deze magistrale muziek niet voelen, hierdoor niet geraakt worden, het lijkt me onmogelijk.   
Giovanni

woensdag 27 maart 2019

Uit de kast (8): 'Filmmuziek met zerp randje'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Frédéric Devreese, Music for André Delvaux' films

Filharmonisch Orkest van de Belgische Radio en Televisie


Ik denk dat we ooit, met de Zeelse harmonie Ste-Cecilia, maar ik kan verkeerd zijn, Dream, Habanera, Waltz en Tango van Frédéric Devreese speelden. Als mijn geheugen me niet in de steek laat en mijn verbeelding niet op hol slaat, vond ik dat als tiener een vrij bevreemdende ervaring. Die beleving  moet ik op een dag, jaren later, dus ook uit een winkelrek hebben genomen en gekocht. Bij de  herbeluistering herken ik op slag de scheefgetrokken dansen uit de film Benvenuta, met hun wrange, zerpe klanken, een intrigerend klankgeheel. In het thema van Un soir, un train herken je meteen de invloed die een componist als Nino Rota op Devreese moet gehad hebben: tussen circus, lichtvoetigheid, melancholie en absurde grilligheid. 

Ook al heb ik de films zelf niet gezien, dit is geen filmmuziek die op de achtergrond blijft, maar muziek die zich ten volle manifesteert, al vermoed ik dat de muziek voor de cd werd herschreven, gezien alle thema's per film in één (bijna) doorgecomponeerde suite werden gebundeld. De in obscurantisme gedoopte muziek bij L'oeuvre au noir (naar Het hermetische zwart van Marguerite Yourcenar) geeft me zin om het boek opnieuw te lezen.
De filmmuziek van Devreese staat op dit album perfect op zichzelf, hoeft haar bestaansrecht niet te ontlenen aan de combinatie met de film. Het is fascinerende muziek met een scherp randje.      

Giovanni
  

dinsdag 26 maart 2019

Uit de kast (7): 'Zeven zinnen, zeven trage bewegingen'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Haydn, Die Sieben Letze Worte

- Jos Van Immerseel, pianoforte

- Ensor Strijkkwartet en Dimitri Verhulst


Tussen de onheilspellende introductie en het nog meer verontrustende Il terremoto zitten zeven trage bewegingen. Want dat was Haydns opdracht: zeven langzame bewegingen na elkaar componeren, gebaseerd op de zeven laatste zinnen van Jezus aan het kruis. Geen alledaagse opdracht en niet eenvoudig om dat spannend en interessant te houden. Haydn slaagt daar geweldig in, en Jos Van Immerseel, die alweer een prachtig instrument heeft uitgekozen hiervoor, een kopie van een fortepiano naar Anton Walter, doet dat eveneens met glans in de opname van de versie voor 'Clavicembalo o Fortepiano'. Het instrument is wezenlijk in de sfeerschepping.

Die Sieben Letzte Worte heeft ons inderdaad in verschillende versies bereikt, oorspronkelijk werd het geschreven voor strijkorkest, maar er volgden dus ook versies voor klavier, strijkkwartet (al durft men wel eens twijfelen of de meester van het strijkkwartet, Haydn, dit zelf arrangeerde, gezien het hier en daar stuntelig zou overkomen), en zelfs een oratorium voor solisten, koor en orkest.
Behalve de fortepiano-opname heb ik ook de adaptatie voor strijkkwartet in mijn kast staan, door het Ensor Strijkkwartet. Er hoort een fraai uitgegeven boekje bij met de partituur, en zeven kortverhalen door Dimitri Verhulst geïnspireerd op de 'zeven laatste zinnen'. Met dat boekje in de hand en de cd in de speler, geloof me, is het genieten.


Giovanni   

dinsdag 19 maart 2019

Uit de kast (6): 'Biber, violist met punkattitude'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Biber, Violin Sonatas

Romanesca, Andrew Manze


Violist en gambist Heinrich Ignaz Franz von Biber, want zo heet hij voluit, moet een Franz van de vrolijke soort geweest zijn. En op het podium een enorme exhibitionist, een extraverte solist die het publiek alle mogelijkheden van zijn instrument wou tonen. Dat blijkt uit de reeks vioolsonates die het ensemble Romanesca (Andrew Manze op barokviool, Nigel North op luit en theorbe, en John Toll op clavecimbel en orgel) opnam. Het zijn uitgeschreven improvisaties die uitblinken in creativiteit, onvoorspelbaarheid, scherpte en brutaliteit. Biber moet een punker avant la lettre zijn geweest met dien verstande dat hij zijn instrument wél perfect onder de knie moet gehad hebben. Hij klinkt soms als een echte beeldenstormer, een lefgozer die er met de botte bijl durft op inhakken. Dissonantie durft hij zover doordrijven dat het pijn doet. Dat moet aan het eind van de zeventiende eeuw behoorlijk rebels geklonken hebben. (Die Henn & der Hann uit zijn Sonata representativa bijvoorbeeld). De sonates barsten ook van de humor. Het cd-boekje vermeldt dat Biber als componist hier en daar wel iets zal gestolen hebben. Niet ongebruikelijk in die tijd, en hij wist het materiaal uiteindelijk bijzonder goed naar zijn hand te zetten. Naar de hand van een met verstomming slaande, excentrieke uitvoerder. Ik vergeef het hem.

In mijn platenkast heb ik ook zijn Missa Bruxellensis staan. Later meer hierover.
Giovanni

zondag 17 maart 2019

Uit de kast (5): 'Een lichtvoetige Beethoven'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Beethoven, Die Geschöpfe des Prometheus

Chamber Orchestra of Europe, Nikolaus Harnoncourt


Nikolaus Harnoncourt is voor mij een kwaliteitslabel. Of hij nu Monteverdi uitvoert, Haendel, Beethoven of walsen van Strauss. Als Harnoncourt een traktaat schreef over uitvoeringspraktijk, wou ik het onmiddellijk in huis hebben. Het moment dat ik de dvd Fidelio meenam uit de bibliotheek en vervolgens bekeek, een uitvoering onder zijn leiding, opgenomen in de opera van Zürich, herinner ik me nog als de dag van gisteren. Zelfs op het kleine schermpje kreeg ik het gevoel getuige te zijn van het summum van het menselijke kunnen.

In Die Geschöpfe des Prometheus, het enige ballet dat hij ooit schreef, horen we een bijzonder lichtvoetige Beethoven. Met de typische Beethoven-accenten, akkoorden die luid worden ingezet en onmiddellijk worden ingehouden. Harnoncourt was er meester in. 
Toen Haydn de componist feliciteerde bij de première van het werk, antwoordde Beethoven: 'Dat is heel vriendelijk van u, maar het is, zelfs met heel veel verbeelding nog steeds geen Schöpfung.' Dit is inderdaad niet het grootste wat Beethoven de wereld geschonken heeft, maar het is zeker het beluisteren waard. Het materiaal uit de finale gebruikte hij overigens later als basismateriaal voor zijn derde symfonie, zijn Eroïca.
Giovanni

zaterdag 16 maart 2019

Uit de kast (4): 'Signalen en impulsen'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Stravinsky, Le Sacre du Printemps

Oslo Philharmonic Orchestra, Mariss Jansons


Hoe het komt dat deze cd zo lang in de kast is kunnen blijven staan, ik heb er het raden naar. Want sinds we, midden jaren '90, Le Sacre du Printemps voorgeschoteld kregen in de les Muziekanalyse, ben ik eraan verslingerd. Uit die periode dateert ook de aankoop van het album. Ik beluisterde het werk tientallen keren met de partituur in de hand, en met de volumeknop naar rechts.

Over het werk zelf is uiteraard al meer dan genoeg verteld en geschreven, ik kan daar weinig aan toevoegen. Met de herbeluistering werd wel onmiddellijk duidelijk waarom ik er destijds als een blok voor viel: het schaamteloos overboord gooien van wat de geldende esthetische norm moet geweest zijn, de compromisloze muzikale agressiviteit, het mechanische beuken, het enorme vitalisme dat in dit werk met de dood gepaard gaat,... Het viel me op hoe fragmentarisch deze compositie is opgebouwd: signalen, impulsen, cellen van hooguit een viertal noten, die Stravinsky naast, boven en onder elkaar plaatst als een blokkendoos van klanken. 
Weet je wat, ik zet de cd nog eens op. Volumeknop naar rechts!
Giovanni  

vrijdag 15 maart 2019

Uit de kast (3): 'Italiaanse barok aan het Chinese hof'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Concert Baroque à la Cité Interdite

XVIII-21, Musique des Lumières, Jean-Christophe Frisch


Theodorico Pedrini (1671-1746), was een Italiaans priester en componist. In 1701 werd hij door de paus naar het keizerlijk hof, de Verboden Stad, in China gestuurd. Keizer Kangxi had te kennen gegeven zicht te willen omringen met westerse musici. Pedrini gaf er les aan de drie zonen van de keizer. Hij was overigens de eerste die een handboek Westerse muziektheorie schreef in het Chinees. Op de cd staan vijf sonates van Pedrini, voor viool (2), fluit (2) en cello. Heel degelijk werk waarin de invloed van Coreli overduidelijk is. Wie het werk van Corelli een beetje kent, herkent onmiddellijk een pak zowel letterlijke als stijlcitaten. Chinese invloeden zijn nauwelijks terug te vinden in de sonates, al wijzen enkele vreemde, ongebruikelijke harmonieën misschien een beetje in die richting.

Leuk is dat elke sonate wordt voorafgegaan door een divertissement chinois. Joseph-Marie Amiot, een jezuïet en eveneens missionaris, tekende deze melodieën op in een gemengd systeem van Chinese letters op een notenbalk. Het zijn melodieën die meestal gespeeld worden door een solo-instrument, viool, cello of fluit in dit geval, soms ook door twee instrumenten samen, unisono of in parallelle intervallen. een zeldzame keer worden de fluit en de viool begeleid door het clavecimbel. De sonates van Pedrini sluiten er wonderwel bij aan en dat maakt deze opname tot een geslaagd geheel, en een aangename luisterervaring die het muziekhistorische, documentaire aspect ver overstijgt.
Giovanni
   

donderdag 14 maart 2019

Uit de kast (2): 'Peruaanse barok met castagnetten'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.

Juan de Araujo, l'or et l'argent du Haut-Pérou
Ensemble Elyma, Maîtrise Boréale, Gabriel Garrido

Het was de eerste barok-cd die ik beluisterde waarop heel wat percussie wordt gebruikt: tamboerijnen, handtrommels, grote trom, castagnetten, noem maar op. De eerste track, een opgewekt feestlied, Vaya de Gira, blinkt uit in uitbundigheid. Gezien de akoestiek van de ruimte waarin het nummer werd opgenomen, zijn de twee keer acht zangstemmen, de twee koren, het kinderkoor, fluit, cornet, baroktrombone, fagotten, violen, harpen, guitarron, clavecimbel, orgel en percussie echt iets te veel van het goede. De spitsheid kookt door de sterke nagalm in tot een papje.
Toch is het een boeiende cd en voor de volgende tracks is de akoestiek veel minder een hinderpaal. 


Juan de Araujo, werd geboren in 1648 in het Spaanse Villafranca, maar verhuisde al snel met zijn ouders naar Peru, waar hij kapelmeester werd aan de kathedraal van Lima. De cd biedt een staalkaart van zijn compositorische nalatenschap, liturgische en wereldlijke werken. Een groot vernieuwer kan je hem niet noemen, hij bouwt verder op oude volkse modellen, revolteert er niet tegen, maar weet ze te verrijken, te raffineren en naar zijn hand te zetten. Zo slaagt hij er bijvoorbeeld in zijn muziek een nieuwe ritmische drive mee te geven, door heel vaak in te zetten op de syncope. 
Giovanni  


woensdag 13 maart 2019

Uit de kast (1): 'Goedzaks buik die op en neergaat'

Ik heb me voorgenomen om op geregelde tijdstippen een cd uit de kast te halen die ik al jaren niet meer heb opgezet. Ik beluister de opname opnieuw en breng er hier kort verslag over uit.


La Petite Bande, 20th Anniversary, vol.1 (1992)
Concerti Grossi van Arcangelo Corelli  

(Maar ook: Le Quatro Stagioni van Vivaldi - Hippolyte et Aricie van Rameau)



Ik kocht de cd in de eerste helft van de jaren '90. Ik studeerde nog en speelde bij een ensemble dat rond kerstdag het Concerto Grosso op.6 n°8, fatto per la notte di Natale, op het programma had staan. Vermoedelijk kocht ik de vierdelige box vooral omwille van deze Concerti Grossi van Arcangelo Corelli.

Het heldere, loepzuivere klankbeeld van Sigiswald Kuijken en zijn La Petite Bande, ik hou er nog steeds van. Nergens zoekt hij de excessen op in de vorm van effecten of razendsnelle tempi en dat blijft zelfs bij de beluistering van de twaalf concerti enorm boeiend. Steeds wordt er duidelijk gearticuleerd en prachtig gefraseerd. De muziek ademt heel natuurlijk. Stel je Lamme Goedzak voor die in het hooi, vrij van alle zorgen, met een leger dan leeg hoofd, ligt te dutten. Zoals zijn buik op en neer gaat, zo klinkt Corelli in de handen van Kuijkens Bande. Kuijken heeft goed begrepen dat Corelli niet de man van de virtuositeit om de virtuositeit is, maar de man van de expressie, de ingetogenheid ook. Dat speelt zelfs in de hevigere sentimenten. 
Deze cd is ten onrechte veel te lang in de kast blijven staan. 

Giovanni