Peter Benoit, fluit- en pianoconcerto, Ouverture Le roi des aulnes
Royal Flanders Philharmonic orchestra, Frédéric Devreese, Gaby van Riet, Luc Devos
Als zevenjarige stuurde ik ooit een gele briefkaart met als juiste antwoord Peter Benoit naar 't Kapoentje en won een pakketje strips. Alleen al daarom: hoog tijd om Benoit eens vanonder het stof te halen.
In een box met Vlaamse symfonische muziek van August De Boeck, Arthur De Greef, Paul Gilson en Godfried Devreese zit ook een cd met werk van Peter Benoit: zijn piano- en fluitconcerto. Die benamingen werden er later aan gegeven want eigenlijk zijn het twee symfonische gedichten gebaseerd op een literaire inhoud, met het verschil dat de concertovorm werd gehanteerd en het geen louter symfonische vertellingen zijn. Zowel de fluit, gespeeld door Gaby Van Riet, als de piano van Luc Devos eisen solisten-aandacht op. Het principe is nauw verwant met wat de oudere generatie van Liszt en Berlioz hem voordeed.
Die literaire inhoud, dat is op zich al heel eigen aan de romantiek, de specifieke thema's zijn dat evenzeer. In het fluitconcerto draait het allemaal rond dwaallichtjes. Benoit is gaan neuzen in de vele Vlaamse legenden. Het kadert perfect in dat romantische nationalisme. Het pianoconcerto zweert bij ruïnes, die van het kasteel van Harelbeke, en de nacht. Romantischer kan het nauwelijks.
Eerlijk, ik hou er wel van, van beide werken. Van zijn muzikale taal ook. De aanhef van het fluitconcerto alleen al, daar spreekt internationale allure uit. Het is heel mooie, oerdegelijke muziek. Een derde werk vervolledigt de opname: de ouverture Le roi des aules, eveneens nu eens sprankelende, dan weer lyrische, maar steeds narratieve muziek.
Die literaire inhoud, dat is op zich al heel eigen aan de romantiek, de specifieke thema's zijn dat evenzeer. In het fluitconcerto draait het allemaal rond dwaallichtjes. Benoit is gaan neuzen in de vele Vlaamse legenden. Het kadert perfect in dat romantische nationalisme. Het pianoconcerto zweert bij ruïnes, die van het kasteel van Harelbeke, en de nacht. Romantischer kan het nauwelijks.
Eerlijk, ik hou er wel van, van beide werken. Van zijn muzikale taal ook. De aanhef van het fluitconcerto alleen al, daar spreekt internationale allure uit. Het is heel mooie, oerdegelijke muziek. Een derde werk vervolledigt de opname: de ouverture Le roi des aules, eveneens nu eens sprankelende, dan weer lyrische, maar steeds narratieve muziek.
Giovanni