zondag 12 januari 2020

Berlioz: 'Uitblinken in uniciteit'


Bewerking van de introductie gegeven
n.a.v. het Nieuwjaarsconcert
door de Koninklijke Harmonie Ste-Cecilia Zele
op 12 januari 2020 in De Wiek (Zele)

Met de Symphonie Fantastique hebben we vandaag een werk op het programma dat niet alleen prachtig is maar ook een enorme stempel op de muziekgeschiedenis heeft gedrukt. Een Frans werk, van Hector Berlioz, een van de eerste grote Europese romantici, een driftige, onevenwichtige man.
Maar hij schreef mooie muziek, dus we vergeven hem dat.

Jeugd
Laten we beginnen bij het begin. Hector Berlioz werd geboren op 11 december 1803, in La Côte Saint-André, in de Dauphiné, tussen Vienne, Grenoble en Lyon, een dorpje met uitzicht op de besneeuwde toppen van de Alpen.

Hij werd dus geboren in 1803, in welk (muzikaal) tijdsgewricht zitten we dan?

We bevinden ons 14 jaar na het uitbreken van de revolutie in Frankrijk, woelige periode, één jaar voor de keizerskroning van Napoleon, hij had alle macht al naar zich toe getrokken.

Joseph Haydn sterft in 1809, Mozart en held van Berlioz Gluck zijn dan al een tijdje overleden. Het classicisme is over zijn hoogtepunt heen.

Op muzikaal vlak is Schubert in 1803 nog een kleuter, Carl Maria von Weber leeft nog, Beethoven schrijft in dat jaar zijn derde symfonie, zijn Eroica, oorspronkelijk opgedragen aan Napoleon, maar hij komt daar later nog op terug.

Het is een tijdperk waarin een nieuwe generatie zal opstaan.

1809 is het jaar waarin Felix Mendelssohn wordt geboren, Berlioz en Mendelssohn zullen later nog contact hebben. In 1810 zien Chopin en Schumann het levenslicht.

Verdi en Wagner doen dat in 1813, Wagner zal de belangrijkste rivaal van Berlioz worden inzake grootschalige muzikale drama’s.

Het gezin Berlioz

Hector was zoon van een plattelandsdokter, een chirurg met aanzien. In het gezin weerspiegelde zich de tweestrijd van dat moment: vader was athëist, moeder streng katholiek.

Blijkbaar droeg moeder de ideologische broek want Hector doet zijn eerste muzikale ervaring op tijdens zijn eerste communie, terwijl hem het sacrament werd toegediend, trof hem de schoonheid van de muziek

Aanvankelijk ging hij naar de middelbare school in het dorp, maar vader was er niet tevreden over en onderwees de jonge Berlioz zelf. Ook een beetje in de muziek. Maar meteen kreeg de literatuur Hectors bijzondere aandacht: Vergilius, Shakespeare en, met de typisch romantisch interesse voor alles wat zich buiten zijn eigen wereld afspeelde.

Hij krijgt privélessen fluit, gitaar (het enige instrument dat hij redelijk kon bespelen) en zang in het dorp. Hij kon goed van het blad zingen. Piano mocht hij niet studeren want zijn vader wou de liefde voor muziek niet al te zeer aanwakkeren.

Berlioz schrijft in zijn memoires hierover: Mijn vader wilde mij geen toestemming verlenen om piano te leren spelen, anders was ik waarschijnlijk een fantastische pianist geworden net als 40.000 anderen en hij vrijwaarde mij zodoende van de klaviergewenning en van de aantrekkingskracht van conventionele klankeffecten die zo verleidelijk zijn voor een componist.


We horen hier meteen de typische Berlioz die bij leven misschien bekender was als haarscherp muziekcriticus en satiricus dan als componist.
Berlioz verslond biografieën van Haydn en Gluck, hij bestudeerde op zichzelf hun composities en partituren, hij had snel door hoe een compositie in elkaar zat en begon op jonge leeftijd zelf te componeren.

Parijs

1821: Berlioz was 18 jaar en zijn vader stuurt hem naar Parijs om medicijnen te studeren. Maar Berlioz huiverde van de snijzaal. Hij beschrijft dat heel zintuiglijk in zijn mémoires.

De aanblik van de afgrijselijke hoop mensenlijken, de her en der verspreid liggende ledematen, die grijnzende koppen, die halfopen schedels, die bloederige cloaca waarin wij rondliepen, de weerzinwekkende geur die eruit opsteeg, de ratten die in een hoekje op bloederige wervels knabbelden joegen mij zoveel schrik aan dat ik hals over kop uit het raam van de snijzaal sprong.

Zijn mémoires zijn echt een aanrader, ze werden uitgegeven in de bekende reeks privédomein in twee delen. Berlioz was werkelijk een enorm goed schrijver, met enorm veel humor en zelfspot.

Voor veel studenten was een bezoek aan de opera onschuldig, maar voor Berlioz werd het zijn studie in de medicijnen fataal.

Zeker toen hij Les Danaïdes van Salieri ging beluisteren: de melodieën hiervan bleven door zijn hoofd spoken.

Het schitterende schouwspel, het welluidende ensemble dat orkest en koren tezamen vormden, het pathetische talent van Mme Branchu, haar buitengewone stem, de aria van Hypermnestra waarin ik alle ideale eigenschappen terugvond van de stijl van Gluck zoals ik me die had voorgesteld op grond van fragmenten van zijn Orpheus die ik ontdekt had in de bibliotheek van mijn vader, het verpletterende bacchanaal, dit alles bracht mij in een staat van opwinding die ik niet zal proberen te beschrijven. Ik was als een jongeman met een hang naar zee en die alleen nog maar de schuitjes op de meren in de bergen waar hij woont heeft gezien en die plotseling overgeplaatst zou worden op een driedekker in volle zee.

Berlioz beseft rond diezelfde tijd dat de conservatoriumbibliotheek voor iedereen toegankelijk is en gaat er de partituren van Christoph Willibald Gluck, (en ook van zijn adept Gaspare Spontini), bestuderen. Dat waren zijn helden: de toen immens populaire Rossini verafschuwde hij. Het beluisteren van een opera van Carl Maria von Weber uiteindelijk tilt hem over de laatklassieke school van Gluck heen. Hij komt op de overgang terecht van classicisme en romantiek.

Even kort schetsen, hoe die verhouding zit tussen klassiek en romantiek. In het classicisme was het duidelijk: we hadden te maken met klare evenwichtige vormen. Een symfonie had vier delen, we hoorden een eenvoudige melodie, enkelvoudige ritmes, een consonerende harmonie, en een lichte instrumentatie.
De romantiek brengt daar verandering: onvaste vormen met ineenvloeiende onderdelen, ingewikkelde melodieën met grote tessituren en expressieve intervallen, samengestelde, ongelijkmatige ritmes en onverwachte accenten, en vooral we krijgen te maken met de uitdrukking van de individuele persoonlijkheid die naar voor treedt. Dat uit zich in chromatiek en expressieve dissonanten, zwaardere instrumentatie, colorisme en virtuositeit.


Goed, Berlioz begint in Parijs lessen te nemen bij Jean-François Lesueur, een van de favoriete componisten van Napoleon, en kapelmeester aan de Parijse Notre-Dame. De man schreef vooral kerkmuziek en opera’s.

Op dat moment wordt het heftig in de relatie met zijn ouders: want zij willen allebei dat hij zijn studies medicijnen verderzet en de muziek opzij laat liggen. Zijn vader is enkele malen toegeeflijk als hij enkele van Berlioz’ vroege succesjes ziet, maar besluit op een bepaald moment zijn toelage stop te zetten, uiteindelijk draait hij weer bij. Maar de relatie met de strengkatholieke moeder is vertroebeld. Artiesten lagen toen nog niet goed in de markt en acteurs en andere artiesten mochten nog niet in gewijde grond worden begraven.

Berlioz gaat uiteindelijk koppig door en trekt naar het conservatorium om bij Antonin Rejcha te studeren. Rejcha had Beethoven nog ontmoet en was de leermeester van Franz Liszt, Charles Gounod en César Franck.

Berlioz had enkele kleine succesjes geboekt, kleine succesjes, want veelal leefde hij in armoede. Waarvoor hij steeds creatieve oplossingen zoekt:
- Muziekcriticus voor de kranten
- Koorzanger in het Theatre des Nouveautés (zijn moeder zou doodgevallen zijn had ze dat geweten, er werden vooral komische opera’s opgevoerd, banale producties zoals ‘De man die van weduwen hield’ Een beetje zoals het Echt Antwaarps Theater maar dan in het Frans en op muziek. Zijn zangopleiding uit het dorp rendeerde dus
(Aanrader: het boek Avonden met het orkest)
- Hij leidde een sober leven
- Neemt meermaals deel aan wedstrijden van Institut de France
  • Zijn werken worden vaak niet weerhouden
  • Of zijn werk wordt geweigerd wegens onuitvoerbaar: typisch Berlioz, hij zoekt de grenzen op
  • Vierde keer wint hij de begeerde Prix de Rome, hij heeft zich meer conformistisch opgesteld
- Of: hij vraagt gewoon geld, zoals in 1824 aan de schrijver Chateaubriand die hem antwoordt: '1200 francs, ik heb ze niet, ik zou ze u sturen als ik ze had. Maar de beproevingen waaraan het talent wordt blootgesteld, bewerken soms zijn triomf, en de dag van het succes maakt alles wat men heeft geleden goed.'

Wat componeert hij?

Berlioz is een man van het grotere gebaar. Kamermuziek laat hij links liggen, op een aantal liederen voor zang en piano na schreef hij vooral: opera’s, concertopera's: Les Troyens, Beatrice et Benedict, La damnation de Faust. Voor koor en orkest: Messe solennelle, Requiem, Te Deum. En dan uiteraard orkestmuziek: dramatische symfonieën, ouvertures.

Zijn stijl, belang?

Vele componisten bouwen verder op tradities, dat is bij Berlioz uiteraard niet anders, we hadden het al over Gluck en Von Weber maar zijn muziek staat voor een stuk op zichzelf, blinkt uit in originaliteit, uniciteit.

- De expressieve orkestratie, de nadruk op dramatische elementen die Von Weber introduceerde zullen door Berlioz verder worden uitgewerkt.

- Maar goed, het monumentale van Beethovens 3de symfonie, het verhalende van Beethovens 6de en het Franse gevoel voor coloriet, dat heeft hij zeker ook goed opgepikt.

Op vlak van harmonie en muzikale structuren was Berlioz zeer onconventioneel. Zijn tegenstanders verweten hem onwetendheid, zijn voorstanders roemden zijn avontuurlijke geest. Hij gaat volkomen vrije vormen hanteren, en expressionistische dissonanten om zijn eigen gevoelsgesteldheid volledig naar buiten te brengen.

Hij gebruikt gedurfde ritmes - hij haatte de 4-kwartsmaat en gaat die op allerlei manier proberen omzeilen: accenten op zwakke maatdelen, afwisseling van tweevoudige ritmes met triolen, afwijkende ritmes ter ondersteuning van de melodie,....

En ja, hij drukt zich hartstochtelijke uit met demonische en/of lugubere aspecten. Dat zullen we horen in het laatste deel van de Symphonie Fantastique. Hij citeert het Dies Irae uit het Latijnse requiem en omspeelt het met rondedansen.

Berlioz was een meester in orkestratie. Richard Strauss noemde hem de uitvinder van het moderne orkest, niet voor niets. 


- Hij voegde nieuwe instrumenten toe: Engelse hoorn (daar werd Adrian Schneider tijdens onze uiteenzetting heel lyrisch over), harp, basklarinet. In de Symphonie Fantastique schreef hij partijen voor serpent en ophicleide, uit onbruik geraakte instrumenten die in dit werk het kwaad vertegenwoordigden. In de harmonieversie hoorden we tuba en fagot.
- Berlioz ging voor een groter orkest, of toch af en toe. Haydn was nog tevreden met een orkest van 30 musici, Berlioz zet er voor een uitvoering van zijn Symphonie Fantastique 130 op het podium. Jos Van Immerseel nuanceert dit: als Berlioz goede muzikanten had was hij met 50 muzikanten content, had hij slechte muzikanten dan wou hij er 130. Niet alles is eenduidig bij Berlioz: hij droomde in zijn traktaat over orkestratie van een orkest met 30 piano’s en 30 harpen.

Die 130 muzikanten, dat gaf wel al eens aanleiding tot praktische problemen.

Toen de dag van de repetitie gekomen was, toen mijn honderddertig musici zich op het toneel wilden opstellen, wist men niet waar men ze neer moest zetten. Hier werd er om stoelen geroepen, daar om instrumenten, daar weer om kaarsen. De contrabassen hadden geen snaren.

Symphonie fantastique
 


Een heel belangrijk werk. Waarom? Hij introduceerde de programmamuziek, een typisch gegeven uit de romantiek, met dit werk.

Wat bedoelt men hiermee? De muziek krijgt een literaire achtergrond mee, er wordt een verhaal aan de muziek vastgeknoopt. Een extra-muzikale gedachtegang ligt vaker aan de basis van de meeste werken van Berlioz.

En Berlioz deed dat heel uitgesproken. Hij liet de tekst van het verhaal uitdelen voorafgaand aan het concert. Later zwakte hij dat af. Dat hangt, ondanks tal van symfonische gedichten in die periode, samen met de groeiende idee in de romantiek van de absolute muziek: muziek staat op zichzelf, heeft geen verhaal nodig.

Wij hebben het verhaal ook in het programmaboekje opgenomen en het zal bijkomend geprojecteerd worden.

Hij zegt er zelf over: Het is de bedoeling van de componist om verschillende episodes uit het leven van een artiest te schetsen in zoverre ze zich lenen tot een muzikale behandeling. Aangezien er geen gesproken woord kan toegevoegd worden, moet het programma op voorhand worden uiteengezet.


In dit geval behelst het literaire gegeven een ‘episode de la vie d’un artiste'. Sterk autobiografisch, overigens. Waarover gaat het verhaal? Ook zeer romantisch: een onbereikbare geliefde, een onbeantwoorde liefde. Na een uitvoering van Hamlet (Berlioz hield van Shakespeare) waarin ze Ophelia speelde werd Berlioz verliefd op de Ierse actrice Harriet Smithson. Hij heeft enorm veel moeite gedaan om haar hart te winnen.
Hij schreef haar tientallen brieven, hij stuurde haar bloemen, hij zorgde ervoor dat een werk van hem werd gespeeld op een recital waar zij ook op de affiche stond, hij ging zelfs in een appartement recht tegenover haar wonen. Een beetje een stalker, dus.

Het haalde allemaal niets uit. En op het moment dat Harriet Parijs verlaat, schrijft hij zijn Symphonie Fantastique, een manier om die aanvankelijk onbeantwoorde liefde uit te drukken. Hoe verwerkt Berlioz dit in het verhaal achter van zijn symfonie?

Een jonge musicus met een ziekelijk overgevoeligheid en een rijke verbeeldingskracht vergiftigt zich, in een aanval van liefdeswanhoop, met opium. De ingenomen dosis, die te zwak is om hem te doden, dompelt hem in een diepe slaap met hevige dromen en visioenen, gedurende welke zijn sensaties, gevoelens en herinneringen zich in zijn zieke brein omzetten in muzikale gedachten en beelden. De geliefde vrouw zelf is voor hem een melodie, een steeds terugkerend thema (idée fixe) geworden dat hem niet meer loslaat.

Die idee fixe is muziekhistorisch van groot belang, hij introduceerde het principe, ook al zijn er vroeger min of meer vergelijkbare principes te vinden. (in Bachs Johannespassie bijvoorbeeld) Het is eigenlijk hetzelfde dan hetgeen men in Duitstalige/Nederlandstalige gebieden het leidmotiv/leidmotief noemt en dat o.m. bij Wagner een grote rol zal gaan spelen. Bepaalde personages, of gevoelens, krijgen een muzikaal thema toegemeten dat steeds terugkeert.
(Bart toont het leidmotiv van Jaws)

In het werk krijgen we vijf delen:
- Rêveries passions
- Een bal
- Scéne op de velden
- Gang naar het schavot
- Droom van een heksensabbat

Ik blijf er niet te lang bij stilstaan gezien de tekst straks bij de symfonie wordt geprojecteerd.

Harriet Smithson was uiteindelijk niet op de premiere. Het heeft toen niet veel uitgehaald en Berlioz verloofde zich met Marie Moke, maar zij huwde uiteindelijk met de pianobouwer Pleyel.

Harriet Smithson erkende later wel nog het genie van Berlioz en ze huwden. Het werd een droevig huwelijk en ze leefden al snel gescheiden.

Ik zou zeggen: Geniet van dit prachtige werk. Leonard Bernstein omschreef het werk als de eerste muzikale oefening in psychedelica.



Giovanni

Bronnen:
- Hector Berlioz, Mijn leven, 1803-1834. Privédomein, Arbeiderspers.
- Hector Berlioz, Avonden met het orkest, Atlas
- Clarson Leach en Jos Van Leeuwen, Hector Berlioz, Gottmer uitgeverij
- Jan L. Broeckx, Grondslagen van de muziekgeschiedenis, Metropolis
- Wikipedia
- Symphonie fantastique, Anima eterna o.l.v. Jos Van Immerseel (cd + booklet)