donderdag 26 november 2020

In memoriam Guy Van Cauteren: 'Zolang iets lekker en plezant is, leg ik me er graag op toe.'

Ik had het genoegen kok Guy Van Cauteren enkele keren te mogen interviewen. Meestal was dat bij de voorstelling van een nieuw boek. De ontvangst was telkens enorm hartelijk, en vertellen dat Guy kon. Ik herinner me ook een reeks in de krant waarbij lezers met Bekende Vlamingen samen mochten tafelen in 't Laurierblad. Els en ik schoven dan mee de voeten onder tafel en brachten verslag uit van het gesprek. Dit korte interviewtje naar aanleiding van het boek 'Koken met Guy', dat ik in 2002 maakte voor Het Volk en Het Nieuwsblad, als eerbetoon. Of hoe de boeken 'Mieke Maaike' en 'Pieter Daens' een topchef voortbrachten.


U laat iedereen - op televisie, in tijdschriften en nu in een nieuw boek - meegenieten van uw recepten. Bent u niet bang uw geheimen prijs te geven?

Guy Van Cauteren: De recepten uit het boek staan nu inderdaad op papier, maar zelfs met de recepten binnen handbereik moet je het nog zelf waarmaken. Mijn echte geheim zit in mijn handen. De recepten in het boek zijn ook eerder bedoeld voor mensen die in de eigen thuiskeuken aan de slag willen gaan, en in tegenstelling tot in het restaurant, hoeft men daar niet met vier à vijf mensen rond twee borden te staan dansen.

In uw boek combineert u oesters met zee-egel en droge worst.
Dat is een klassiek recept, hoor. Het ziltig minerale van de oesters past uitstekend bij het kruidige en dierlijke van de droge worst. Die contrasterende elementen passen goed samen, het is geen platvloerse mengeling als sardines met mandarijnen. Of die droge worst naar mijn roots verwijst? Zou kunnen, mijn vader was beenhouwer en kon zeer goed droge worsten bereiden.'

Zelf heeft u ook de beenhouwersstiel geleerd?
Aanvankelijk studeerde ik hier aan het Heilige Maagdcollege, ik was tevreden over mijn punten. Tot ik op een dag gesnapt werd met het boek Pieter Daens van Louis-Paul Boon. Het was een groot schandaal. De onderpastoor stelde mijn ouders toen voor om me een stiel te doen leren en de school te verlaten. Hij ging ervan uit dat ik ook Mieke Maaike's obscene jeugd had gelezen. Ver zat hij er niet naast. (lacht). Ik trok dan naar Anderlecht naar de school van Van den Boeynants.

En daarna naar de hotelschool?
Inderdaad, na een tijdje bij mijn vader in de zaak gewerkt te hebben. Ik heb me na mijn studies nog vier jaar vervolmaakt in Parijs en daarna nog een tijdje in Brussel. Toen ik op mijn dertigste nog niet getrouwd was sloeg mijn moeder in paniek en vond ze dat mijn losbandig leven lang genoeg had geduurd (lacht). Ik keerde terug naar Berlare en begon hier aan mijn zaak te bouwen.

In uw boek laat u ook gerechten uit de eigen streek aan bod komen: tatjespap, Berlaarse groenkoeken.
Ik maak geen keuken die gestoeld is op nostalgie of ik huldig het principe niet van eigen voedsel eerst. Dat laatste principe is trouwens gemakkelijk te ontkrachten: Vlaamse rijstpap bijvoorbeeld wordt gemaakt met uitheemse rijst en saffraan. Maar zolang iets lekker en plezant is, leg ik me er graag op toe.