dinsdag 26 juni 2007

Giovanni: 'Magisch-realistisch Damme'

Damme is een stadje met een magisch-realistische inslag. Dat mochten Els, de kinderen en ikzelf het voorbije weekend ervaren. We hadden een kamer in het enige Damse hotelletje geboekt. Om er eventjes tussenuit te knijpen.

Vooral als je Damme binnenrijdt vanuit de richting Oostkerke, kom je plots, eens over de Damsevaart, in een andere tijd terecht. Een andere mentaliteit, ook. Uiteraard rijden er auto’s, tiert de horeca er welig, ligt er elektriciteit en glinsteren er lichtreclames – we hoeven het niet te over-romantiseren – maar de middeleeuwen zijn er dichterbij dan op eender welke andere plek. En… groot voordeel: je ontkomt er aan de toeristische drukte die je in Brugge de keel dichtknijpt. Je bent er ook geen toerist, je bent er te gast. De Dammenaars slaan graag een praatje, de café-, restaurant- en hoteluitbaters maken tijd voor je. De gesprekken gaan er verder dan een vrijblijvend goed – al dan niet slecht - weer vandaag.

Wat vreemd is: Damme balanceert enerzijds op de grens van het heden en het verleden, anderzijds ook op de grens van realisme en fictie. Realiteit en verzinsel komen zelden zo dicht in mekaars buurt dan te Damme. Soms overschrijden ze zelfs mekaar. (Is dat niet ongeveer de samenvatting van het literaire magisch-realisme van bijvoorbeeld Lampo en Daisne ?)

De kerk alleen al !
Ooit bleek ze te groot te zijn voor het aantal zieltjes in de parochie.
Dus, wat doet men ? In 1725 begint men het gedeelte tussen de toren en de huidige kerk af te breken. De rondboogmuren van de middenbeuk moesten wel blijven staan, want anders zou de toren het begeven. Het resultaat van al deze kunstgrepen, ik druk me eufemistisch uit, is heel bevreemdend.


Terug naar de toren.
Onder die toren werd Jacob van Maerlant begraven.
Ja, veel is er van dat graf niet meer terug te vinden, al heb ik waarschijnlijk een tijdje op Jacobs buik staan ijsberen. Aan een zijwand van de toren is een vrij recente gedenkplaat aangebracht want - en let nu op ! - het graf werd destijds verwijderd omdat het verkeerdelijk werd aanzien als de laatste rustplaats van Tijl Uilenspiegel.
Dunner kan de lijn tussen fictie en realiteit niet zijn !
Uilenspiegel is bij mijn weten een fictief personage dat via de Duitse overlevering tot Vlaanderen is gekomen. Vlaamse hervertellingen uit de 16de eeuw laten het personnage wel in Damme overlijden, Charles de Coster laat hem er eeuwen later ook geboren worden, maar hoe je het draait of keert: Tijl, Lamme en Nele zijn fictie. (Stel je even voor dat we het graf van Leopold II zouden ontruimen omdat het verwisseld zou zijn met dat van Kuifje.)
Hier zit (zat) een magisch-realistische novelle in. De uitzonderlijke magische en mysterieuze elementen zouden dan heel gewoontjes neergeschreven worden, de doodgewone voorvallen uit het dorp breedsprakerig en overdreven. Een truuk, zo je wil, maar hij werkt.

Nog iets. Damme is ook een boekendorp.
Jaren geleden ontleende ik uit de bibliotheek een omnibus van Hubert Lampo. Ik was nog een puber, maar herinner me dat ik zeer onder de indruk was van de mysterieuze sfeer van één magisch-realistische novelle daaruit: De Madonna van Nedermunster.
Toen ik het nadien nog eens wou herlezen en opnieuw uitlenen bleek het boek onvindbaar.
In een antiquariaat in Damme lag het naar me te lachen.
Dit kan geen toeval meer zijn.
De Madonna van Nedermunster heb ik op m'n hotelkamer, alvorens het licht uit te knippen, in één ruk uitgelezen.

donderdag 21 juni 2007

Giovanni: 'Onze huiszwaluwen'


Sinds een viertal jaar wonen er onder onze dakgoot huiszwaluwen. (zie de foto bovenaan links, in het heldere vakje) Het nest brokkelt elk jaar een beetje af, maar wordt telkens weer deskundig heropgebouwd. De kleurverschillen van het nest markeren duidelijk uit welk jaar het gerestaureerd gedeelte dateert. Echt !

Bovendien, onze welgekome gasten durven onder onze pannen al eens te rampetampen of een partijtje vossen en dan komen daar logischerwijze jongskes van. Soms tot twee nesten op een seizoen. (Of het dan om hetzelfde koppeltje gaat, dat weet ik niet, ik durf het te betwijfelen)
Kom, het is altijd een belevenis om de jonge nestvlieders gade te slaan als ze voor het eerst het nest verlaten.

Dit jaar deelt ons gemeentebestuur voor het eerst subsidies uit voor inwoners die een zwaluwnest in stand houden. Uiteraard doen we dat. Veel last hebben we er immers niet van, behalve dan de kakjes op de oprit. In Zele zouden er enkel in onze wijk, Huivelde, nog zwaluwnesten te vinden zijn. Dat is tenminste wat we ons hebben laten vertellen door de ambtenaren van het gemeentebestuur en deskundigen van de provincie.

Vandaag kwam het gemeentebestuur ons nest keuren of het wel in aanmerking komt voor subsidie. En ja hoor, goedgekeurd. Bovendien zouden er in ons nest huiszwaluwen wonen. 'Het enige nest dat tot op heden in de gemeente werd aangetroffen', vertelde men ons. 'Nesten met boerenzwaluwen zijn er meer te vinden.' Huiszwaluwen zouden enkel witte dakgoten uitkiezen. Vreemd, niet ?

We hebben dus, met andere woorden, een uitzonderlijk nest aan onze dakgoot hangen.

Ons provinciebestuur onderneemt acties om provinciegenoten, via informatiesessies in wijken, het belang van het instandhouden van een nest bij te brengen. Desgevallend kunnen er ook, voor wie vragende partij is, mestplankjes onder de nesten aangebracht worden en/of kunstnesten bijgehangen worden. De provincie vroeg ons om eventueel onze ervaringen te delen met mogelijke geïnteresseerden. Dat doen we uiteraard met graagte.
Als u dit leest, zijn we daar trouwens al een beetje mee bezig.

vrijdag 15 juni 2007

Giovanni: 'Superlatiefst'

Ken je de ideeënleer van Plato, Bruce ?
Goed, dat spaart me een hele uitleg.

Plato, ikzelf, en voorts enkele geheel onbenullige juryleden zijn overeengekomen (per fax weliswaar, want dat draadloos internetten met hierboven staat nog niet op punt) dat jouw Live in Dublin, beste Bruce, beste Springsteen, voortaan als hét idee van een live-concert moet beschouwd worden. Al de andere, en logischerwijze aardsere live-concerten zullen slechts een schaduw van deze originele, in de vormenwereld verblijvende, idee zijn.
Bruce, je mag ons dankbaar zijn.

Of moeten wij jou danken, Bruce ?

Ja, dat lijkt me eerder bij de realiteit aan te sluiten.

Hoe heb je in godsnaam je band samengesteld ? Het lijkt wel een combinatie van een dweilorkest, The Andrew Sisters, The New Orleans Train Jegpapp Jazzband (als die al zou bestaan), gospelkoor Holy God (bestaat wellicht ergens, veel kans daarop in conservatieve Amerikaanse middens), Brassband Midden-Brabant, Rowwen Hèzze, de honky tonk-pianist van die louche nachtclub die ik nooit bezocht,... Maar dan allemaal in hun superlatiefst. Je hebt ze niet van de straat geplukt, hé, die muzikanten ? Daarvoor zijn ze te goed.

Toegegeven, ik was nooit echt een grote fan van jou.
Tot ik vorig jaar jouw Seeger-sessions kocht.
De live-adaptatie daarvan blijkt nu de grootste poprocksensatie te zijn die ik ooit beleefde.

Ik heb heel veel spijt dat ik er niet bij was in Antwerpen, in 2006. Tijdens de tour. Moet dat een feest geweest zijn. M'n krant, die anders altijd heel kritisch is, betitelde het als 'concert van het jaar.'
Goeie krant heb ik.

Verdorie, wat hou ik opeens van je, man !
En... Je beweegt heel mooi op het podium. (Dat was, laat dat onder ons blijven, vooral voor Plato - niet voor niets een Griek - het doorslaggevende argument, ik concentreerde me eerder op muzikale criteria)

Dus wil ik je danken, beste Bruce, in naam van ons genootschap.
De faxkopie van het Getuigschrift opgenomen te zijn in Plato's ideeënwereld, mag je volgende week zaterdag om 14 uur, in aanwezigheid van de verzamelde regionale pers bij mij, in Huivelde komen ophalen. Het zou een grote eer voor ons zijn.

De enige wederdienst, die ons comiteetje vraagt, is een klein huisconcertje.
Els zou graag My Oklahoma home eens horen. Henri, die ik uiteraard uitnodig, Jersey Girl en ikzelf Jesse James.

Drankencentrale Janssens zorgt voor een drankje. Of dacht je misschien dat we onze wereld niet kenden ?

Gegroet !
(Graag bevestiging per kerende)

vrijdag 1 juni 2007

Els: 'Rune was op het schoolfeest een... eekhoorntje'

Eindelijk.
Nu weten we dat Rune een eekhoorntje moest spelen op het schoolfeest.
Al ettelijke dagen zei hij voortdurend de woorden 'feestje' en 'dansen', maar als je dan vroeg wat hij precies moet dansen zweeg hij als vermoord.

Vandaag was het dus zover, het enige wat we wisten was dat hij bruine kleren moest aantrekken en dat het thema van het schoolfeest 'Ice Age' was.
Nieuwsgierig gingen we in de zaal zitten. Rune zijn klasje kwam als laatste aan de beurt. Ons geduld, dat van mezelf en mijn ouders, werd danig op de proef gesteld.
Het was prachtig.
Ja, als mama vind je natuurlijk alles mooi wat je kinderen doen, maar... het was écht mooi.

Zondag mag papa gaan kijken !

Giovanni: 'Archiefinterview met ouders Greg Van Avermaet'

In de zomer van 2002 had ik voor de VUM-kranten een interview met de ouders van Greg Van Avermaet. Het gezin volgde toen al een ruim aantal jaren de Tour de France met een mobilhome. Greg nam pas in 2003 de beslissing om te stoppen met voetballen en zich volop op het wielrennen te storten. Met de huidige successen van Greg in het achterhoofd is het misschien leuk om het interview te herlezen. Opvallend: Greg kwam in het uiteindelijke interview nog niet ter sprake.

Hamse wielerfamilie verslaafd aan de Tour

'We zijn werkelijk verslaafd geraakt aan de Tour', vertellen Ronald Van Avermaet en Bernadette Buysse uit Hamme-Zogge. Al zeven jaar volgen ze met een mobilhome de renners in de Ronde van Frankrijk, van aankomst naar aankomst. Dit jaar staan de bergritten op het programma.

Het wielerbloed stroomt werkelijk door jullie aderen?
Ronald Van Avermaet: 'Zelf had ik graag als wielrenner ooit eens de Tour gereden, maar dat geluk is me nooit te beurt gevallen. Vandaar misschien dat ik door de Ronde op de voet te volgen dat gemis een beetje tracht te compenseren. Wel nam ik in 1980 als wielrenner deel aan de Olympische Spelen in Moskou. Mijn vader Aimé kwam destijds aan de start van de Ronde van Lombardije, maar heeft ook de Tour niet gereden. En nu heeft het geen haar gescheeld of de vriend van onze dochter Claudia, Glenn D'Hollander, startte in de Tour. De vader van mijn vrouw Bernadette, Kamiel Buysse, heeft ooit wel de Tour gereden.'

De Tour volgen, hoe gaat dat in zijn werk?

Bernadette Buysse: 'We hebben al verschillende formules uitgeprobeerd, maar de mobilhome is wel het meest comfortabel. We plaatsen ons telkens in de buurt van de aankomst, zo hoog mogelijk op de berg, en als de renners zijn aangekomen trekken we naar de volgende aankomst. We zijn heel vaak 's nachts op weg. De bergritten dragen uiteraard onze voorkeur weg, de renners rijden verspreid en ook heel wat trager.'

Kruipen jullie zelf ook in het zadel?
Ronald Van Avermaet: 'Ja, elke dag rijden we de laatste col eens op met de fiets, elk op zijn eigen tempo, en stellen een klassementje op. Voor de vrouwen is dat een pak makkelijker, zij worden door de toeschouwers langs de weg gewoon naar boven geduwd. Een keer hebben we ons misrekend, toen kwamen we in de publiciteitskaravaan terecht. Maar de Galibier of de Tourmalet beklimmen geeft een wielerfanaat altijd een bijzonder gevoel.'


Hebben jullie contact met de renners?
Ronald van Avermaet: 'Met de renners waar ik vroeger mee koerste heb ik daar regelmatig contact: Marc Sergeant, Dirk De Wolf, Hendrik Redant en Erik Vanderaerden. Maar we gingen ook al op bezoek bij Greg LeMond en onze dochter heeft Erik Dekker ontmoet. De renners die achteraan in het klassement bengelen, durven we al eens een honderdtal meter duwen. Tijdens de rustdagen loop je bovendien al eens een Tour-monument tegen het lijf zoals Polidor.'


Hoe is de sfeer onder de Tour-isten?
Bernadette Buysse: 'Die sfeer is onbeschrijflijk, iedereen roept naar iedereen, ongeacht de nationaliteit. Je komt er ook veel bekende gezichten tegen, het is niet abnormaal dat opeens iemand je naam roept als je een col aan het beklimmen bent. We speelden al straatvoetbal tussen Belgen en Ieren. Elk jaar is ons Tour-avontuur helemaal anders, we zijn er verslaafd aan geraakt.'