donderdag 25 maart 2021

In het geel!

1985. Ik mocht voor de eerste keer mee in de 11 november-stoet.
Ik vermoed dat ik, gezien mijn 11-jarige leeftijd, bijlange nog niet in het groot orkest van Ste-Cecilia Zele speelde, maar wel in de jeugdharmonie. 
Goed, we mochten wel meelopen. Achter het orkest. Voor, naast, tussen of achter het bestuur, dat herinner ik me niet meer. Het is ook maar een voorzetselkwestie.

Nu moet je weten, in Zele is zo'n optocht met 11 november een serieuze aangelegenheid. Terecht  uiteraard. Iedereen strak in het uniform van de vereniging. Bij Cecilia was dat toen een grijze broek met plooi, wit hemd, blauwe blazer en das in bordeaux. In november waarschijnlijk met een lange donkere overjas eroverheen. Ne paltoo of ne pardessus in 't Zils. 
Ik had nog geen officieel harmoniekostuum. Het zou nog even duren eer kleermaker Van Wichelen mijn maten mocht nemen, want ik zou er te snel uitgroeien. Dat houdt steek. Een vereniging, dat was toen ook al, draait elke frank twee keer om. Geen zotte kosten.

Ik moest natuurlijk wel iéts aandoen.
En ik moest proper zijn.
Dat jaar, wil het toeval, deed mijn broer zijn eerste communie. Hij kreeg een mooi, op en top jaren '80-kostuum.
Ik ook, ik kreeg hetzelfde.
Dus zat er maar één ding op.

Ik herinner me nog heel goed de gezichten van onze solide, eerbiedwaardige en doorluchtige bestuursleden toen ik in het geel kwam aandraven. Eén ervan, al lang overleden en eigenlijk een heel beminnelijke man, sprak me er ontsteld en boos over aan. 
Ja, die eerste optocht, ze zit in mijn geheugen.

dinsdag 23 maart 2021

Over De Librije, het Coudenbergpaleis en de dino's in de Nassaukapel

Ik profiteerde van deze vrij jaarmarktdag om - nu het nog kan - een stapje in de wereld te zetten. Nog een beetje cultuurcalorieën opnemen vooraleer er een nieuwe lockdown op ons wordt losgelaten. Op de agenda: een bezoek aan De Librije, de handschriftenbibliotheek van de hertogen van Bourgondië (1404-1500), een schat van 600 jaar oud, die aan de basis ligt van de Koninklijke Bibliotheek.

Die Koninklijke Bibliotheek opent nu de kluizen en toont deze uitzonderlijke collectie voortaan aan het publiek. Van de meer dan 900 handschriften uit alle mogelijke disciplines zijn er 300 die de tands des tijds hebben doorstaan. Die handschriften zijn zeer fragiel en zullen om bewaartechnische redenen drie keer per jaar worden vervangen. Een goede reden om af en toe eens terug te gaan.
Maar, waar wou ik toe komen? Wel, in 1731 raasde een brand door het Coudenbergpaleis waar al die handschriften eeuwenlang werden bewaard. Het was een koude februaridag en het bluswater bevroor ter plekke. Dienstboden gooiden haastig de boeken uit de ramen van de toren. Enkel de meest prestigieuze werden gered.
Het Coudenbergpaleis dus, juist!

Dit is wat deze daguitstap zo mooi maakte. Een bezoek aan
De Librije vandaag bracht enkele eerdere ervaringen samen. Een passage aan de ondergrondse restanten van dat paleis, bijvoorbeeld, op een novemberdag in 2012. We werden toen verwacht op een sinterklaasfeestje in het Vlaams parlement, we waren veel te vroeg en het regende dat het goot. 

In de kelders van Coudenberg was het droog. Het paleis bevond zich ooit ongeveer waar het huidige koninklijk paleis staat, maar strekte zich verder uit over het Koningsplein. We bezochten de kelders van het woongedeelte en de kapel, van de magna aula en liepen door de thans ondergrondse Isabellastraat. Dat Coudenbergpaleis, het verblijf van de hertogen van Brabant en Bourgondië, van keizer Karel V en de landvoogden van de Nederlanden, waaronder Albrecht en Isabella, herbergde dus ooit deze wonderlijke bibliotheek.

Ondergrondse Isabellastraat
Iets anders. In een van onze leesruimtes thuis hangt een reproductie van een schilderij. Daarop is te zien hoe men in de kapel van Nassau, in 1882, voor het eerst de dinosaurussen van Bernissart probeert te reconstrueren. Net zoals zowat iedereen hebben ook wij - en zelfs meerdere keren - het museum voor Natuurwetenschappen in Brussel  bezocht, want hoe dan ook, die Iguanodons blijven indrukwekkend en tot de verbeelding spreken, niet in het minst van jonge kinderen.

La boîte à musique
Die kapel wilde ik al lang eens zien. Ze behoorde niet tot het paleis van de Coudenberg, maar wel tot het paleis van Nassau even verderop, waarnaar het hof zich verplaatste na de brand, en maakt nu deel uit van de Koninklijke Bibliotheek aan de huidige Kunstberg. Het is de eerste ruimte die je aandoet bij een bezoek aan De Librije

De Croes
Een fijne dag afsluiten doe je in schoonheid. Al sinds mijn studentenjaren kan ik de Kunstberg of de Koudenberg niet passeren zonder even in La boîte à musique binnen te springen, een cd-winkel, gespecialiseerd in klassieke muziek. De hofleverancier heeft een bijzonder uitgebreid aanbod. Meestal ga ik er buiten met een opname van een Antwerpse, Luikse of Brusselse kapelmeester uit de achttiende eeuw. Vandaag was dat met de vioolconcerti van de Antwerps-Brusselse Henri-Jacques De Croes, door Le Pavillon de Musique en Ann Knops. 
Mijn zetel wenkt
!