dinsdag 5 augustus 2008

Els: 'Mager, magerder, magerst'

Vroeger, toen ik nog kind was, én heel erg mager, kreeg ik dikwijls te horen of ik nog wel goed at.
Mijn grootmoeder, mit Louise, zei altijd dat 'ge goed moest eten en er kloek moest opstaan'.
Onze dokter zei dat ik mijn borsten moest laten zien, eigenlijk was dat om een goede houding aan te leren voor mijn rug maar ook omdat ze gezien mochten worden.

Nu moet je maar eens een vrouw zoeken die nog een beetje borsten heeft en daar niet vanaf wil, een poep is helemaal uit den boze.
Ik vraag mij echt af waarom, waarom mag een vrouw geen vrouwelijke vormen meer hebben ?
Mijn mit Louise zei altijd: 'Uit een zwangerschap kom je niet ongeschonden uit, maar je hebt er wel iets zeer moois voor in de plaats.'
Wel, ik ben ook niet ongeschonden uit mijn twee zwangerschappen gekomen, maar ik ben trots op het lichaam dat twee kinderen heeft gedragen en gebaard.

En het zijn niet alleen vrouwen die zonodig mager willen zijn, ook mannen willen in kindermaten passen. Het is een algemeen verschijnsel geworden. Ik ken zelfs iemand die als hij op reis gaat zijn weegschaal meeneemt en perfect weet hoeveel calorieën er in een glas wijn en in een pilsje zitten.

Vrouwen en mannen, laat ons onze natuurlijke vormen aannemen, laat ons pronken met onze welgevormde borsten en poep, binnen proportie uiteraard! Een bierbuikje - binnen de perken -, mannen, mag ook.

zondag 3 augustus 2008

Giovanni: 'Reis naar de oorlog'

Om redenen van privacy en de gevoeligheid van het onderwerp werd de naam van betrokkene in de tekst die volgt veranderd.

Onderweg naar de glasbak sla ik gewoontegetrouw enkele praatjes met mensen uit de buurt.
Meestal gaat dat over het weer.
- 'Toch nie gelijk da ze voorspeld hadden, hé ?'
Verder gaan de gesprekken meestal niet.

Vandaag wel.
Etienne wachtte me op in zijn deurgat.
- 'Nog reisplannen, Giovanni ? Of al op reis geweest ?'
- 'Normandië', zeg ik.
- 'Goh, Normandië, ik ken de streek als mijn vestzak. 'k Heb er gewerkt tijdens de oorlog: Lille, Rouen, Caen,... Noem maar op.'
- 'Gedwongen, veronderstel ik ?'
- 'Zal wel zijn, ik was amper zestien. Ik ben in Kortrijk opgepakt door de gestapo. Iedereen die zestien was werd opgepakt om te gaan werken voor de Duitsers. In wapenfabrieken, of om op de een of andere manier mee te werken aan de heropbouw van Westfalen. Die streek was onder water gelopen door een bombardement op de stuwdam ginder.'

- 'Dat kunnen we ons vandaag nog nauwelijks voorstellen', antwoord ik.
- 'Van Kortrijk werd ik naar de basis in Florennes gebracht: medische keuring en van die dingen. Zo ging dat. We kregen een paar bottines en tweeduizend frank. Bedoeling was dat we in Noord-Frankrijk zouden tewerkgesteld worden. Diezelfde dag nog zijn we uit het raam van de barak gesprongen en via het station van Florennes naar huis gespoord. Ontsnapt ! De Duitsers stonden ons uiteraard thuis op te wachten en toen ging het spoorslags naar Noord-Frankrijk.'

'Om de zes à zeven weken werkten we ergens anders. Ik herinner me de stationsbuurt van Rijsel, wat daar 's nachts allemaal lag te slapen ! Of het winkeltje aan het station van Rouen. Dat madammeke verkocht allerhande brol: speelgoed, scheergerief, bricquets,... Bestolen dat dat madammeke is ! Vlamingen waren ook dieven, geloof me.'

Etienne steekt nog wat meer vaart in zijn verhaal.
'Om de zoveel weken mochten we voor een paar dagen naar huis. Op zondag gingen we dan dansen in een café in de wijk. Dolle taferelen, tot er iemand 'gestapo' riep. Iedereen de zolder op, of de kelder in ! Onder tafel ! in de kasten ! Je wist nooit of het voor de grap was of niet. Man, dat waren tijden. Maar... ik hou je op, Giovanni, zo gaan jouw flessen nooit in de glasbak geraken.'