donderdag 22 augustus 2024

Dvořák e.a. op BBC Proms: 'Kleuren, klankmassa's, magistrale spanningsopbouw'

Op 18 augustus zakten Rune, ikzelf en duizenden anderen, waarvan het merendeel jongeren, af naar de Londense Royal Albert Hall voor Prom 38 van dat jaar, iets waar we enorm naar uitkeken. Alleen al om deze legendarische zaal van binnenuit te bewonderen. Er een klassiek concert in meepikken met de zevende symfonie van Antonin Dvořák was ons nec plus ultra.

The Ulster Orchestra en dirigent Daniele Rustioni maakten dat feest compleet. Ze openden met Busoni's Comedy Overture. Nu, van Busoni, moet ik toegeven, kende ik geen enkel werk. In de Comedy ouverture beweegt de componist zich heen en weer tussen het rationele van het neoclassicisme en mengt dit met verwijzingen, niet meer dan dat, naar de romantiek. Dit werk maakte ontegenzeglijk helder waar dit orkest in uitblinkt: forse contrasten, en spanningsbogen die je op het puntje van je fluwelen stoel doen zitten.

Het tweede werk was het vierde pianoconcerto van Beethoven, met aan de toetsen Francesco Piemontesi. Een mooi driedelig werk - allegro, andante, rondo - dat heel populair is onder de pianisten. Piemontesi cadenste er op los, het orkest in een nu eens spitse, dan weer bijzonder cantabile Beethoven-modus. We namen dit alles in ontvangst en genoten.

Sussex Landscape van de twintigste-eeuwse componiste Avril Coleridge-Taylor opende het tweede deel. Sussex Landscape, een symfonisch gedicht, werd direct na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 geschreven en bevat een veel somberdere en desolate sfeer dan wat het publiek doorgaans associeert met het idyllische platteland. Het groeide uit tot een zeldzaam voorbeeld van een 'oorlogswerk' dat door vrouwen is gemaakt en ingaat tegen de 'huiselijkheid', hét etiket dat destijds op composities van vrouwen werd gekleefd, of moest kleven.

Dvořáks zevende dan! Het klapstuk. Het ging ooit in première in de Londense St.-James Hall en wordt als zijn grootste symfonie beschouwd, ook al is de negende veel populairder. De zevende is Brahmsiaans, een pak donkerder ook, in een voetnoot bij de trage beweging refereert Dvořák naar 'the sad years' waarin zijn moeder en oudste kind overleden. Maar de symfonie houdt ook verband met de politieke onrust onder de Tsjechen, ze verklankt de mogelijkheid om koppig verzet te bieden tegen de verdrukker. En ja, wat een werk: deze compositie is het werk van een toparchitect. Klanken die oprijzen als kathedralen. Kleuren, klankmassa's, contrasten, magistrale opbouw naar hoogtepunten, The Ulster Orchestra weet er raad mee. En hoorns, hoorns, hoorns. Dvořák en Rustioni brachten ons beiden in een roes. Zo begeesterend was deze zevende.

Een avondje Proms in The Royal Albert Hall, doe het gewoon als je er toevallig bent of neem de Eurostar. Voor de ticketprijzen moet je het alvast niet laten. Koorcomponist Eric Whitacre staat er binnenkort op het podium en wat hij eergisteren op zijn Facebookpagina schreef kan ik enkel beamen: "It’s hard to describe the majesty of the Proms festival, which presents over 100 concerts for two months every year. It takes place in London’s Royal Albert Hall, which can hold over 5,000 people, and everyone with a floor ticket gets to stand through the entire performance, almost like a rock concert. Those who get there early enough can literally rest their elbows on the front of the stage. There is really nothing like it — intimate and epic at the same time. (...) If you can make it in person, I can’t recommend it highly enough. The atmosphere of the festival, the hall, and the exceptional performers make the Proms a memory that will last a lifetime." 

Het concert is via deze link
te herbeluisteren:

Giovanni

Geen opmerkingen: