Elke keer weer, trekken we graag een keertje naar Namen. We parkeren ons achter het Casino en lopen, langs het Waals parlement aan de Maas - het voormalige Hospice Saint-Gilles -, langs de voet van de citadel en steken vervolgens de Samber over via het brugje naast het archeologisch museum. Op dat moment bevinden we ons in de binnenstad, in de onmiddellijke buurt van de opera en de hoofdwinkelstraat. We kuieren wat langs de etalages en trekken het oude Namen binnen (waar u steevast het provinciaal museum rond de bekendste Naamse schilder-graficus-karikaturist Félicien Rops moet bezoeken. Tenminste, als u tegen een stootje kunt, want het werk van deze 19de-eeuwer is niet zelden satanistisch en pornografisch).
Het oude Namen is één en al gezelligheid en omvat tegelijk de studentenbuurt. Op de Groentenmarkt, een vierkant pleintje gebouwd op het kerhof en de restanten van de oude Saint-Loup-kerk, hebben we een vaste stek: le Ratin-Tot, li pus vî cabarèt d' Nameur of het oudste cafeetje van de stad. Onafgebroken sinds 1616. Ter info: Wallonië stond toen - toch grotendeels - onder Spaanse heerschappij, en in Frankrijk regeerde Lodewijk XIII. Ter vergelijking: het oudste café van Parijs, Le Procope, dateert van 1686.

De Ratin-Tot: spring er gerust eens binnen. Een Chimay Rouge - of eender wat - smaakt er beter dan elders. Voor wie niet onmiddellijk in de buurt moest komen: je kan een kijkje nemen op hun site. Er staan tal van oude foto's op.
1 opmerking:
En ik die dacht dat jij enkel Chimay Bleu lustte, Gio !
Groeten !
Bolle Verbuyck
Een reactie posten